Maandag 15 januari is het Blue Monday. Deze dag worden we, als we de media en handige ‘spiritueel helpers’ mogen geloven, geacht in een soort van depressieve staat rond te lopen. Blue Monday is net als Black Friday, Valentijnsdag, Vaderdag en Moederdag een commerciële uitvinding. Een marketingtool waarbij ons wordt opgelegd hoe we ons moeten voelen en gedragen zodat we gaan kopen/consumeren. Veel mensen zijn hier gevoelig voor en gaan, als ze het maar vaak genoeg voor ogen krijgen, zich ook depressief of neerslachtig voelen.
We zien dit verschijnsel vaker, bijvoorbeeld als het regent zegt de weerman dat het slecht weer is en als het 30 graden is wordt ons voorgekauwd dat we dit fantastisch moeten vinden.
Ook in je directe omgeving wordt vaak voor je bepaald wat je wel of niet leuk moet vinden, wat wel of niet mooi is, of lekker, of fijn… Dat begint al heel vroeg in de opvoeding door je ouders, of in groepjes waar je bij hoort, op het werk, op school. Vaak bepalen anderen voor je welke muziek je mooi moet vinden, anders hoor je er niet bij. Welke sport je moet doen, welke games ‘vet’ zijn en zelfs, hoe erg kan het zijn, welke mensen aardig en niet aardig zijn.
Maar wat vind jij eigenlijk?
Wat is jouw gevoel? Wat is jouw mening? Wat zegt jouw hart diep van binnen?
Hoeveel zelfinzicht heb jij?
Happy Blue Monday!